Klein Cultureel Woordenboek van de Nederlandse Kunst:
KRACHT, Yvonne (Rotterdam 1931)
Te Amsterdam werkzame beeldhouwster, graficus en schilderes.
Vanuit een abstract expressionistische schildertrant koos zij rond 1960 voor het uitbeelden in etsen en zeefdrukken van strak geometrische vormen gebaseerd op machine onderdelen. Deze voerde zij nadien uit als driedimensionale kleine objecten en in monumentaal formaat onder andere in cortenstaal en aluminium, later ook met spiegels, voor opdrachten voor de openbare ruimte.
Ratio en emotie bracht zij vervolgens samen in grof geborstelde tekeningen van mathematische principes.

Rini Dippel in catalogus "Yvonne Kracht, 3 x uit hetvlak", Nouvelles Images, 1975
'Deze experimenten leiden uiteindelijk tot een systematisch onderzoek naar alle mogelijkheden, die in die vlakken opgesloten liggen.
Yvonne Kracht ontwerpt hiervoor drie multiples op basis van de vormen vierkant,cirkel en rechthoek, 3 x UIT HET VLAK '.
Elk object bestaat uit losse segmenten, waarvan de doorsnede vierkant is. Door een vernuftig systeem van verbindingen kan men die segmenten op alle mogelijke manieren met elkaar verbinden. Binnen de drie soorten uitgangselementen, respectievelijk rechte hoeken, scherpe hoeken en gebogen onder- delen, blijken de mogelijkheden voor klassieke en barokke, statische en dynamische, gesloten en open ruimtelijke vormen zeer groot te zijn. Deze multiples zijn meer dan een superieur spel (er is ook meer dan één oplossing) - het gaat in de eerste plaats om het ervaren van ruimte: de contouren die ontstaan uit de combinaties van losse elementen, doorsnijden en omvatten de ruimte op vaak verrassende wijze.
Yvonne Kracht heeft met deze werken niet alleen een bijdrage geleverd aan het onderzoek naar de relatie van vorm en ruimte, maar ook een belangrijk visueel resultaat bereikt.

Frits Bless, directeur Van Reekum Museum, Apeldoorn
in inleiding voor de catalogus "Intuitie-Ratio" , 1989
De materiaal-assemblages die op deze materie-schilderijen volgden, waren een logische consequentie. Met de intensivering van het experiment nam overigens de emotionele geladenheid van haar werk af, om uiteindelijk plaats te maken voor de afstandelijkheid, die zo kenmerkend is voor de hiervoor genoemde zeefdrukken. Met name door die zeefdrukken en de daarmee nauw verwante objecten en sculpturen werd zij in de jaren 70 beschouwd als een kunstenaar van de rationele geometrische abstractie. Dat leidde echter tot een onterechte stigmatisering van haar artistieke positie. Wanneer men immers haar werk over de afgelopen 35 jaren nader beschouwt, blijkt dat de geometrische abstractie voor haar evenzeer een ’passage’ is geweest als de assemblages in het begin van de jaren '60 of, meer recent, de tekeningen uit de jaren '80-'87. De rationele methode, die zij gedurende ruim twintig jaar hanteerde, diende vooral de verbanning van de individuele emotie. Waar het in haar werk om gaat, is enerzijds het vinden van een evenwicht tussen ratio en intuïtie (en emotie) en anderzijds het spanningsveld tussen tweedimensionaliteit en ruimte, en onze positie als mens/kunstenaar in dit spanningsveld. Dat zij zich, na haar lyrisch-abstracte en zelfs expressionistische begin in de jaren '50, meer en meer verwant is gaan voelen met de rationele kunst en daarmee de traditie van De Stijl en het vroege constructivisme is te beschouwen als de consequentie van haar zoeken naar evenwicht tussen ratio en intuïtie. Ditzelfde geldt ook voor haar fascinatie voor het spanningsveld punt-lijn-vlak-ruimte. De visuele heterogeniteit die het oeuvre van Yvonne Kracht kenmerkt, komt voort uit haar behoefte naar onderzoek en haar openheid voor nieuwe mogelijkheden. Opvallend hierbij is dat zij in haar werk regelmatig reacties geeft op eerdere fases in haar ontwikkeling. De hiervoor beschreven tekeningen uit de jaren '80-'87 kunnen door hun abstract-expressionistische verschijningsvorm als het ware als commentaar worden beschouwd op haar daadwerkelijk expressionistische schilderijen uit de jaren '50. Door het gebruik van proefdrukken uit de jaren '60-70 in de kleine, vooral experimenteel bedoelde wandobjecten uit 1983, lijkt zij de toen geformuleerde opvattingen te corrigeren. Aan deze en andere verwijzingen dankt haar

Louwrien Wijers in Het Financieel Dagblad.
Homogeniteit in werk van Yvonne Kracht.
Is het zoeken van de beeldend kunstenaar naar steeds nieuwe beeldtaal eigenlijk een filosofisch zoeken? Yvonne Kracht (1931), van wie we in het Van Reekum Museum in Apeldoorn , de weg kunnen volgen die ze tussen 1952 en 1989 is gegaan, beaamt dat. Ze zegt: ”Je hebt het gevoel dat je ontwikkeling een filosofisch zoeken is, omdat je iedere keer een vraag stelt.” Hoewel de expositie in één oogopslag een overzicht biedt dat van lyrische abstractie via wiskundig constructivisme leidt tot latere expressieve experimenten die de inhoudelijke verschillen van twee realiteiten aan de orde stellen, is het totaalbeeld toch van een verrassende homogeniteit.'

Irene Veenstra in "Ruimte" volume 6/89.
Het nu in een zee van tijd.
'De overgang van herkenning naar herinnering creëert een bijzondere ruimtelijke ervaring. Een ervaring, die ik zelf het 'fenomeen van Vermeer' noem. In het werk van Vermeer is de ervaring van kleur en ruimte zowel verbonden met de concrete middelen en de meetbaarheid, ais met de mentale wereld, waar het ongevormde en onbestemde heerst. Deze ambiguîteit, die de meetbaarheid van het onmetelijke, de eindigheid van het oneindige of het begrip van het ongrijpbare genoemd kan worden, keert naar mijn mening steeds weer terug in de Nederlandse kunst. En dan met name in De Stijl, waar dit grensbewustzijn zich voor het eerst heeft gericht op de definiëring en de ervaring van de ruimte zelf. Het werk van Yvonne Kracht neemt in die zin een bijzondere plaats in, dat in haar werk de grens tussen concreet en abstract een schijngrens is, die men in gedachten al te moeiteloos en zonder paspoort passeert. Zoals er in de Egyptische graven een schijndeur is, die toegang geeft tot een ruimte, die door de levenden alleen in gedachten betreden kan worden. Die deur geeft vooral de begrenzing aan van het menselijk vermogen de ruimte daarachter te kennen. In het recente werk van Yvonne Kracht wordt die deur steeds duidelijker zichtbaar, waardoor de lege plek, dat gat in de tijd, een poort wordt, waardoor de verbinding tussen de mentale en de concrete ruimte een feit geworden is.
De ruimte is overal, dat wil zeggen daar waar je zelf niet bent. Wie de ruimte wil leren kennen zal zich moeten verplaatsen van het hier-en-nu, waar je bent, naar het daar, waar je niet bent. In deze sprong, die zich in de werkelijkheid, maar ook in gedachten afspeelt, ontstaan de voorstellingen van de ruimte, voorstellingen die een mengeling zullen zijn van fysieke ervaringen, waarnemingen en herinneringen. Elke poging de ruimte te begrijpen valt onherroepelijk ook samen met de ontdekking van de lege plek - de plek waar je zelf stond, daar-en-toen. Of, zoals Yvonne Kracht het zelf geformuleerd heeft: ”Het nu is een moment in een zee van tijd.”
In een gesprek met Yvonne Kracht werd mij duidelijk dat haar werk over 'de lege plek' gaat, die plek die, in dit geval, ontstaan is tijdens de registratie van de eigenschappen en de kwaliteiten van de ruimte om haar heen. Formeel gesproken spitst haar werk zich toe op de veranderingen die zich voltrekken in de verplaatsing van vormen op het platte vlak naar de driedimensionale ruimte.

Janneke Wesseling, NRC, 18 mei 1989.
Het combineren van tegenstrijdigheden.
Reekum Museum
Aan het eind van de jaren zestig is in de mathematische constructies het persoonlijk handschrift vrijwel geheel verdwenen, maar vanaf 1978 keerde de expressie weer in de tekeningen terug. Bijvoorbeeld in de Tekeningen in drie handelingen. Een ijle, rechte lijn doorsnijdt een transparant, gedeeltelijk omgevouwen vel rijstpapier; de lijn zet zich aan de andere zijde van het omgevouwen papier voort. Het resultaat is een 'driedimensionale' tekening. Een simpel en doeltreffend concept.
Het is Yvonne Kracht nu niet meer te doen om een rationele constructie maar juist om een zo direct mogelijke expressie; ”jezelf leeg maken en je laten leiden door wat er komt”, zoals zij het uitdrukt. De met één armzwaai getrokken lijnen botsen tegen elkaar in de hoek van een blad papier, bevestigd in de hoek van twee muren. Of Kracht ’omschrijft’, haar eigen ’ruimte’ door op een op de grond gelegen vel papier cirkels om zich heen te trekken. Maar waar het haar wél lukt om de tegenstrijdigheden op te heffen of met elkaar te verenigen, ontstaan mooie resultaten, zoals de Tekeningen in drie handelingen, of Schijndeur nummer 6 (1989).
Bij dit laatste werk is het alsof een vlucht vogels dwars door een poort, waar wij geen toegang toe hebben (de beschouwer stuit op zijn eigen spiegelbeeld), heen vliegt, naar een andere wereld. Dit zijn werken met een eigen sfeer en karakter. In de marge van de ontwikkelingen in de Nederlandse kunst van de afgelopen dertig jaar heeft Yvonne Kracht zich duidelijk een eigen plaats veroverd.

Drs.Q.van der Klooster, Haagse Kunstkring, Leerlingen van W.Schrofer, 1998.)
FOTOGRAFIE
Kracht maakte in de jaren tachtig 1982-1990 ook spiegelobjecten waarbij zij de spiegel tegelijk opvatte als een plat vlak en een illusie van ruimte.De vlakmatige benadering kwam tot uitdrukking in de verfstreken die zij aanbracht op de spiegelpanelen en een illudie van ruimte werd gecreeerd door de weerspiegeling van de omringende ruimte.Vanuit de spiegelobjecten was het nog maar een kleine stap naar haar huidige medium de fotografie.

HOME